Even genieten van je pensioen. En dan toch weer aan het werk moeten — NRC
Arbeidsmarkt Wie dit jaar 66 jaar en zeven maanden oud is, krijgt AOW. Maar het dure leven drijft veel gepensioneerden terug naar betaald werk.
Pietro Milan uit Drachten is 67 en ontvangt een pensioen. Maar hij heeft zich zojuist ingeschreven bij Uitzendbureau Rvaring en hoopt snel een baantje te vinden voor twee of drie dagen in de week. Want om „weer een beetje relaxed te kunnen leven” heeft hij minstens 500 euro per maand extra nodig.
„Ik ben de laatste tijd zelfs afgevallen omdat ik moet besparen op de boodschappen”, vertelt hij. „Ik ben Italiaan en gewend om als voorgerecht pasta of tomaat met mozzarella te eten. Maar dit jaar kan dat niet meer. Alles kost goud geld.”
Milan kwam in 1974 naar Nederland en maakte carrière als chef-kok. Nu bedraagt zijn pensioenuitkering 260 euro per maand. Samen met zijn AOW is dat netto zo’n 1.000 euro. Nogal een verschil met de 3.000 euro die hij eerder verdiende, vertelt hij. „Je werkt als een paard in de horeca, maar het pensioen is om te huilen.” Hij probeerde nog het nabestaandenpensioen voor zijn vrouw vrij te krijgen.
"We hebben het nú nodig, niet pas als ik er niet mee ben. Maar dat lukte natuurlijk niet.”
Milan is niet de enige gepensioneerde die heeft besloten weer aan het werk te gaan. De gierende inflatie in Nederland is voor velen niet bij te houden, zelfs niet na het kabinetsbesluit de AOW met 10 procent te verhogen. Ook veel pensioenfondsen verhogen hun uitkeringen, maar dat valt in het niet bij de geldontwaarding, die in september 14,5 procent bedroeg.
Wat kan je dan nog doen als gepensioneerde? Besparen op boodschappen, ja, of overwinteren in Benidorm om te bezuinigen op verwarming. Of werken dus. Bijverdienen na de AOW-leeftijd heeft geen gevolgen voor de hoogte van het AOW of het aanvullend pensioen. Ook hoeft iemand van AOW-gerechtigde leeftijd over de eerste belastingschijf een lager belastingtarief, omdat er geen AOW-premie meer betaald hoeft te worden.
Volgens het CBS groeit het aantal werkende ouderen. Sinds 2003 nam het aantal werkende 65-plussers toe van 75.000 tot 300.000 duizend in 2020. Inmiddels heeft meer dan 10 procent van de de 67- tot 70-jarigen een baan. Van de bijna 800.000 mensen tussen de 66 en 70 jaar die het statistiekbureau tot de beroepsbevolking rekent, hebben er 122.000 betaald werk.
Langer fit
Jack Wiebenga, de 77-jarige eigenaar van het Amsterdamse uitzendbureau Actief65+, kreeg dit jaar een recordaantal nieuwe aanmeldingen van werkzoekenden binnen. Zijn het er gewoonlijk rond de 5.000 per jaar, nu al telt hij er 10.000. „Onze cliënten hangen niet aan de grote klok dat het financieel steeds moeilijker wordt. Maar hoe goed je pensioen ook is, iedereen die stopt met werken gaat er honderden euro’s op achteruit.”
Niet alleen geld drijft gepensioneerden opnieuw de arbeidsmarkt op. Volgens hoogleraar pensioensociologie Kène Henkens gaan de meeste 67-plussers weer werken omdat ze het leuk vinden. Dit geldt voor alle opleidingsniveaus, blijkt uit onderzoek van het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut te Groningen, waaraan Henkens verbonden is. Mensen blijven bovendien langer fit, zegt hij, waardoor werken langer mogelijk blijft.
Maar financiën zijn wel een belangrijke drijfveer. Na voldoening is geld de meest voorkomende reden voor mensen om op hun oude dag opnieuw aan het werk te gaan. Motieven als verveling of behoefte aan sociale contacten volgen pas daarna. „Nu de inflatie de afgelopen tien jaar alleen maar is toegenomen, zal de financiële prikkel in toenemende mate een rol spelen in het besluit om als gepensioneerde een doorstart te maken op de arbeidsmarkt”, zegt Henkens.
Dat verwacht ook Menno Meijer van Rvaring, een uitzendbureau dat zich richt op ouder personeel – „40-plussers en 65-plussers”. Die laatste groep heeft de laatste tijd duidelijk de overhand, vertelt hij. „En na de winter krijg ik het waarschijnlijk nog drukker”, zegt Meijer. „Want als de gasrekening op de deurmat valt, komt de financiële klap pas echt.”
Wat hun motivatie ook is, wat betreft Meijer moet de arbeidsmarkt ruim baan maken voor 67-plussers. Volgens hem zijn zij de beste medewerkers die je maar kunt bedenken. „Ze hoeven geen carrière meer te maken, zeggen geen afspraken op het laatste moment af, regelen hun rooster onderling en rijden doorgaans geen bestelbusjes in de prak.”
Voormalig chef-kok Milan hoopt dat zijn toekomstige baas er net zo over denkt. „Ik vind van alles leuk om te doen: magazijnwerk, vakkenvullen, auto’s poetsen of chaufferen. Alles. Als ik maar niet terug de horeca in hoef.”
Maya Schröder (67), Amsterdam ‘Ik wil mijn autootje kunnen behouden’
‘Ik heb mezelf één jaar pensioen gegeven, maar dit jaar moest ik van mezelf weer aan de bak. Het leven wordt zó duur, vooral dit jaar begin ik het te merken. Ik wil mijn autootje kunnen behouden en maak me veel zorgen over de gasprijzen. Dat loopt enorm uit de hand. Nu red ik mezelf nog net, maar het is absoluut geen vetpot.
„35 jaar lang heb ik als kostuumontwerpster gewerkt, waarvan de laatste 22 als zzp’er. Ik heb gespaard voor mijn ‘oude dag’, maar door vervelende omstandigheden en de laatste twee jaar corona heb ik geen reserves meer. Dat maakt je kwetsbaar. Daarom moet ik nu weer aan de slag om een buffer op te bouwen. Gelukkig ben ik gezegend met een goede gezondheid en een grote dosis optimisme, dus ik kan zeker nog wel even door.
„Via een uitzendbureau ben ik nu gastvrouw bij Stichting Openbaar Onderwijs aan de Amstel. Ik neem de telefoon op en maak het voor iedereen gezellig. Op het moment werk ik daar maar één dag in de week, voor 11 euro per uur. Het liefst zou ik drie dagen aan de slag willen.
„De paar honderd euro die ik daar per maand mee verdien, zijn van harte welkom. Daarnaast vind ik het werk leuk. Ik kan hard werken, maar wil geen stressbaan meer. In het theater werkte ik tachtig uur per week. Nu wil ik ook een beetje kunnen genieten. Dat wordt tijd op mijn leeftijd.”
Hans (74, achternaam bij redactie bekend), Hoorn ‘Het geld moet wel ergens vandaan komen’
‘Ik ben op mijn vijftiende begonnen als scheepstimmerman, toen werd ik timmerman in de bouw en daarna detentie-inrichtingsmedewerker bij justitie. En toen ging ik met pensioen. En dan, tja. Wat dan?
„Ik heb heus wel even genoten van mijn pensioen. Ik ging op vakantie, deed wat klusjes in huis en bij kennissen. Maar dan begint het te kriebelen. Bovendien werd het leven steeds duurder. Mijn vrouw en ik waren gewend elk jaar twee keer naar de camping te gaan. Zeker geen dure camping, hoor, maar het geld moet wel ergens vandaan komen. Met een klein AOW’tje en een klein pensioentje werd dat steeds moeilijker.
„Sinds dit jaar ben ik daarom weer aan de slag gegaan. Via Klusheeren, een klusbedrijf voor gepensioneerde werknemers, kwam ik bij de technische dienst in een hotel in Amsterdam terecht. Voor vier volle dagen in de week. „Het is leuk werk, maar de dagen zijn erg lang. Vooral het heen en weer reizen wordt een dingetje op mijn leeftijd. Ik wil graag werken en wat bijverdienen, maar het moet wel leuk blijven. Daarom ga ik nu terug naar drie dagen in de week.
„Dankzij de inkomsten – ik verdien 15 euro per uur – heb ik weer geld over voor mijn hobby: de Japanse koi. Een nieuwe koi kost al snel 75 euro. Én mijn vrouw en ik kunnen weer naar de camping. „Zij vindt het bovendien wel lekker dat ik af en toe het huis uit ben. Een man die thuis maar niks zit te doen, dat is voor niemand leuk.”
Peter Neumann (69), Heerhugowaard ‘Ik wilde weer onder de mensen zijn’
‘Ik heb niet echt van mijn pensioen kunnen genieten. Met 66 jaar en drie maanden stopte ik met werken als servicetechnicus bij Canon. Een maand later kreeg ik een beroerte, wat uitval van mijn arm en been veroorzaakte. Na mijn herstel hiervan begon de ellende met corona.
„Door die jaren thuis zitten begon ik sociale contacten te missen. Ik wilde weer onder de mensen zijn. Dat het leven nu zo duur is, gaf me het laatste zetje. Ik merk het elke dag. „Nu verdien ik rond de 500 in de maand met het bezorgen van wijn. Het is heel spannend werk. Zie jij maar eens op tijd met de auto op het Rembrandtplein in Amsterdam te komen.
„Ik werk maar één of twee dagen in de week, waardoor ik nog genoeg tijd heb om alle winkels af te hobbelen voor de beste aanbiedingen. Op zondag ga ik bijvoorbeeld altijd naar de Vomar, waar de jus d’orange dan 1 euro goedkoper is. Dan haal ik meteen genoeg flessen voor de hele week. „Mijn vrouw werkt zes uur in de week bij een snackcorner. Het extra geld geeft ons wat meer lucht. Nu kunnen we weer een nieuwe telefoon kopen, of samen een weekendje weg.”